De Chinese diagnostiek bestaat uit vier grote onderdelen:
Anamnese en Diagnostiek
In deze les leer je hoe je een diagnose stelt volgens de Chinese geneeswijze en hoe je via een anamnese tot deze diagnose kunt komen. Op basis van je diagnose leer je een behandelplan opstellen. De stappen die je daarbij volgt zijn beschreven volgens een Extern- en een Intern probleem. Deze stappen verschillen namelijk iets van elkaar.
De Chinese diagnostiek bestaat uit vier grote onderdelen:
Externe kracht | Interne kracht |
---|---|
Onderdeel 1 diagnostiek Start je anamnese. Vraag waar het probleem exact zit en kijk op welke meridiaan de klacht zich bevindt | Onderdeel 1 diagnostiek Start je anamnese. Vraag naar de klacht |
Stel je Ba Gang op | Stel je Ba Gang op |
Onderdeel 1 diagnostiek Ondervraag de verzorger met de 12 vragen (Bekijk welke vragen relevant zijn) | Onderdeel 1 diagnostiek Ondervraag de verzorger met de 12 vragen (Bekijk welke vragen relevant zijn)en vraag de organen uit |
Onderdeel 2 diagnostiek Onderzoek het dier door te observeren | Onderdeel 2 diagnostiek Onderzoek het dier door te observeren |
Onderdeel 3 diagnostiek Onderzoek het dier door te voelen (palpitatie) | Onderdeel 3 diagnostiek Onderzoek het dier door te voelen (palpitatie) |
Onderdeel 4 diagnostiek Onderzoek het dier door te horen en ruiken | Onderdeel 4 diagnostiek Onderzoek het dier door te horen en ruiken |
Bepaal welke meridiaan of meridianen is/zijn aangedaan | Bepaal in welk orgaan of organen de onbalans zit |
Bepaal je behandeling | Bepaal je behandeling |
Bepaal je TuiNa behandeling | Bepaal je TuiNa behandeling |
Bepaal de punten die je gaat masseren | Bepaal de punten die je gaat masseren |
Bepaal je frequentie van behandelen en welke punten je per behandeling gaat masseren | Bepaal je frequentie van behandelen en welke punten je per behandeling gaat masseren |
Schrijf na iedere behandeling op wat je gedaan hebt | Schrijf na iedere behandeling op wat je gedaan hebt |
Je start met een anamnese door te vragen naar de klacht van het dier.
Kijk wel telkens wat relevant is voor de Externe of Interne klacht.
Over het algemeen kun je zeggen dat een dier met een vals Yin tekort onrustig is, m.n. in zijn slaap en ’s nachts. Hij heeft het vooral ’s nachts warm.
Bij een vals Yang tekort beweegt het dier zich traag, heeft niet zoveel zin om iets te ondernemen en heeft het koud.
Op basis van wat je nu hebt uitgevraagd, kun je de Ba Gang vaststellen.
Het is belangrijk dat je weet of de klacht zich in het Interne of in het Externe bevindt.
Als je geconstateerd hebt dat de klacht zich in het Interne bevindt, dan volg je de onderdelen bij: Interne klacht (zie stappenplan hierboven)
Als je geconstateerd hebt dat de klacht zich in het Externe bevindt, dan volg je de onderdelen bij: Externe klacht (zie stappenplan hierboven)